Dewaele Vastgoeddiensten © 2024

"West-Vlaanderen is één blok ondernemerschap"

05 juli 2017

BERT MOMS (VOKA WEST-VLAANDEREN) AAN HET WOORD


Bert Mons is bezig aan zijn eerste maanden als algemeen directeur van Voka West-Vlaanderen. Als er hem bij zijn start één ding is opgevallen, dan wel dat ondernemers boordevol plannen zitten. Tijd voor Voka om zelf ook nog een versnelling hoger te schakelen, vindt hij, zodat bedrijven ongehinderd kunnen groeien.

Bert Mons MW28829 0

U bent op een uitstekend moment gekomen. De economie trekt aan, ondernemers geloven er weer in.

Bert Mons: “Je voelt duidelijk weer de energie wanneer je met West-Vlaamse ondernemers spreekt. Ze zitten boordevol plannen. Die drive mocht ik de afgelopen maanden aan den lijve ervaren tijdens mijn bedrijfsbezoeken en op onze eigen Voka-activiteiten. De ondernemers die ik tot nu toe ontmoette hebben één ding gemeen: ze hebben allen de ambitie om het in de toekomst nog beter te doen. Hun blik is op de toekomst gericht en ze investeren weer, in product- en procesvernieuwing, maar ook in mensen. Uit een recente enquête bij onze leden weten we dat driekwart van plan is om dit jaar extra mensen aan te werven. 300 leden hebben samen 2.100 vacatures. Dan weet je het wel.”

Dat brengt ons meteen bij een van de grootste uitdagingen van onze provincie: arbeidsmarktkrapte. Spreek om het even welke ondernemer in West-Vlaanderen aan, telkens komt dat thema bovendrijven.

“Klopt, want groeien doen ondernemers samen met hun medewerkers. Vinden ze onvoldoende medewerkers, dan groeien ze met de rem op. In feite is dat achteruitgaan. Op termijn bedreigt dat het voortbestaan van een onderneming én de welvaart en het welzijn van de regio. Het probleem is natuurlijk niet uniek voor West-Vlaanderen. In alle provincies krijgen bedrijven te maken met de war for talent, maar in West-Vlaanderen gaat het misschien nog net iets harder. Puur rationeel is dat niet te begrijpen. West-Vlaanderen is één brok ondernemerschap. We hebben de meest fantastische, innovatieve bedrijven, die bovendien in alle mogelijke sectoren aan de slag zijn. Zowel bedrijven die internationaal furore maken als stille kampioenen, vaak kmo’s met een lange familiale traditie. Het economisch weefsel is divers, je hebt boeiende, toekomstgerichte jobs voor allerhande profielen én we kampen met veel minder fileproblemen dan in de andere regio’s in ons land. En toch is het voor velen blijkbaar aantrekkelijker om buiten de provinciegrenzen te gaan werken. Dat is op zijn zachtst gezegd eigenaardig.”

Waar liggen de oorzaken volgens u?

“Onbekend is onbemind. Ik stel vast dat veel West-Vlamingen niet altijd weten waarmee de bedrijven uit de regio bezig zijn. Ondernemingen komen nog te weinig met hun activiteiten en successen naar buiten. Telkens als ik een bedrijf bezoek, stap ik aangenaam verrast terug buiten. Ik sta er telkens opnieuw van te kijken waarmee ze bezig zijn. Een klein bedrijf dat erin slaagt omzet te creëren bij een wereldspeler, dat is toch groot nieuws? Breng dat naar buiten! Gooi die bescheidenheid overboord. Als ik er al niet van op de hoogte ben, als spreekbuis van de ondernemingen, hoe wil je dan dat het grote publiek je kent en voor je wil komen werken? Of kijk naar de jongeren. Dat ze na hun opleiding in hun studentenstad blijven hangen, komt ook omdat ze de mogelijkheden dichter bij huis niet kennen. Velen hebben op hun achttiende nog nooit een bedrijf van binnen gezien. Dat is pijnlijk. Daarom ook ons pleidooi om iedereen, alle leerlingen uit om het even welke studierichting, met het bedrijfsleven in aanraking te brengen. Al was het maar via een bedrijfsbezoek. We merken wel dat veel West-Vlaamse bedrijven zich nu bewust worden van het belang van een doordacht HR-beleid en van employer branding.”

Welke initiatieven nemen jullie bij Voka om de krapte aan te pakken?

“Er is niet één zaligmakend recept. Om een antwoord te vinden, moeten we op vele paarden tegelijk wedden. De studenten bijvoorbeeld proberen we op hun campus voor een job in West-Vlaanderen te verleiden. Ik ben ervan overtuigd dat we de exodus van de West-Vlaamse jongeren zullen kunnen keren. Zeker nu er meer en meer volwaardige opleidingen in de eigen provincie te vinden zijn, geloof ik dat we op korte termijn meer jongeren in West-Vlaanderen zullen houden. De hogescholen en universiteiten hebben veel inspanningen geleverd. Heel wat curricula zijn intussen aangepast en campussen heringericht. Daar moeten we stilaan de eerste vruchten van plukken. Daarnaast moeten we ook het onderwijs en het bedrijfsleven nog meer op elkaar afstemmen, met duaal leren bijvoorbeeld, waarbij leren op de werkvloer gecombineerd wordt met leren op school. En we moeten echt nog meer werken aan het imago van het technisch onderwijs, zodat er meer technisch geschoolde medewerkers beschikbaar zijn.”

Maar het antwoord kan niet alleen van de jongeren komen?

“Nee, daarom ook dat we alle groepen waar mogelijk nog talent verborgen zit, benaderen. Zo zijn we recent aan een ‘Tour de Wallonie’ begonnen. Via contacten met Waalse politici en een jobbeurs in Wallonië hopen we werkzoekenden van over de taalgrens warm te maken voor West-Vlaanderen. Iets gelijkaardigs gaan we doen in Noord-Frankrijk. En we zijn ook bezig aan een traject met dertig werkzoekende hoogopgeleide nieuwe Belgen. Voor hen zijn we op zoek gegaan naar een mentor uit het West-Vlaamse bedrijfsleven, die hen op weg helpt naar een stage of een job. Daarnaast denk ik nog aan het project ‘welt’, wat staat voor WerkErvarings- en LeerTrajecten, waarbij we bedrijven helpen om korte werkstages en leertrajecten voor werkzoekenden te organiseren. Uiteraard zijn al die initiatieven maar het startpunt. Uiteindelijk is het aan de werkgevers om de nieuwe werkkrachten te laten integreren. Dat is het echte werk. Wij geven alleen de aanzet.”

Een andere verzuchting van bedrijven in West-Vlaanderen is het tekort aan bedrijventerreinen.

“Klopt, en dat tekort is er bijna overal in de provincie. Nieuwe terreinen komen er maar met mondjesmaat bij. Om iets in beweging te krijgen, zijn er vaak meerdere legislaturen nodig. Die dossiers zijn als een Processie van Echternach. In Brugge bijvoorbeeld heeft het vijftien jaar – en ettelijke procedures en onderzoeken – geduurd voor het Ontwerp van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan werd goedgekeurd. Het is nu nog wachten tot de definitieve vaststelling, wellicht in de zomer, voor de vier geplande nieuwe terreinen er kunnen komen. De tijd dringt, want in en rond Brugge is er voor ondernemingen letterlijk geen enkele vierkante meter bedrijventerrein meer beschikbaar, wat de welvaart en de economische groei in de regio bedreigt. Is er geen plaats is om uit te breiden, dan stopt het voor ondernemers en wijken ze naar elders uit. Vanuit Voka doen we er alles aan om die processen te bespoedigen, maar vaak zitten er zodanig veel actiegroepen en standpunten tussen dat dat een werk van lange adem is.”

Datzelfde zie je in mobiliteitsdossiers.

“De R8 in Kortrijk, de verbinding tussen Ieper en Veurne, het openbaar vervoer in de Westhoek. Jarenlang al wordt erover gepalaverd en komt er weinig schot in de zaak. De ene na de andere studie wordt besteld, maar uiteindelijk lukt het niet om te beslissen. Dat ergert ons, want het uiteindelijke doel is een betere ontsluiting van de provincie. Daar kan je toch niet tegen zijn?”

Hoe zit het met innovatie in de regio? Denken onze bedrijven voldoende toekomstgericht?

“Dat vind ik wel. Industrie 4.0 bijvoorbeeld is een thema dat in veel bedrijven over de tongen gaat. Dat moet wel, want één voor één stuiten ze op de grenzen van de productiviteit. Automatiseren is dan het enige antwoord. In enkele speerpunsectoren behoren onze West-Vlaamse bedrijven tot de top. Denk in de machinebouw en mechatronica maar aan CNH, Michel Van de Wiele en LVD, in de textielindustrie en kunststofverwerking aan Sioen, Beaulieu en Clarysse , in de voeding aan Ardo, Alpro en Soubry en in blue energy aan nCentric en Luminaria. Dat zijn bedrijven die zichzelf telkens opnieuw uitvinden.”

Hebt u advies voor de bedrijven? Waar ligt nog onontgonnen terrein?

“Sioen ontwikkelde met zeven andere bedrijven een spin-off in de algenkweek, om micro-algen en zeewier in open zee te telen. Dat voorbeeld toont dat co-creatie tot verrassende nieuwe toepassingen kan leiden. Dat willen we in West-Vlaanderen nog meer zien: bedrijven die over de grenzen van hun eigen sector kijken en allianties met onderzoekscentra of andere ondernemingen aangaan. Er valt veel van elkaar te leren en er kunnen veelbelovende samenwerkingen uit ontstaan. Ik denk daarbij niet alleen aan nieuwe producten, ook de productie zelf of de logistieke organisatie kan door samenwerking efficiënter. Die open innovatie zal in West-Vlaanderen nog meer ingeburgerd raken, nu universiteiten hier onderzoeksprogramma’s starten. Voor de ondernemers betekent het wel dat ze voorbij de korte termijn moeten durven kijken, want vaak lonen die programma’s pas na vijf à tien jaar.”

“Verder zie ik voor West-Vlaamse bedrijven veel kansen in het buitenland. Talrijke ondernemingen hebben internationaal potentieel, maar trekken die kaart nog te weinig. Nochtans kan je dat net zozeer innovatie noemen. Nieuwe markten ontwikkelen betekent groeien. Kijk maar naar de voeding, die sector is enorm internationaal gedreven. En met succes. 90 procent van onze diepvriesgroenten en -producten bijvoorbeeld wordt vandaag geëxporteerd. Internationalisatie is een thema waarop we met Voka volop inzetten: we inspireren bedrijven en moedigen hen aan om hun grenzen te verleggen.”

Wat zijn uw plannen met Voka West-Vlaanderen?

“We hebben pas een strategische oefening afgerond: Samen Groeien 2025. Ook wij willen de komende jaren enkele versnellingen hoger schakelen, door bijvoorbeeld nog gerichter en op maat van de ondernemingen te werken. Bedoeling is dat we voor onze leden, of het nu start-ups of gevestigde waarden zijn, een groeipad op maat ontwikkelen.”

Wie is Bert Mons?

  • Is 38 jaar, woont in Kortrijk en is vertaler-tolk van opleiding.
  • Komt uit een familie van ondernemers. “Ik heb van jongsaf gezien wat het betekent om dag in dag uit voor de eigen zaak te vechten en risico’s te nemen. Ik begrijp heel goed waar ondernemers van wakker liggen.”
  • Vanuit zijn liefde voor het ondernemerschap ging hij eerder aan de slag bij de Confederatie Federauto (nu Traxio) en technologiefederatie Agoria. Daar stelde hij alles in het werk om bedrijven uit respectievelijk de transportsector en de technologische industrie het spreekwoordelijke duwtje in de rug te geven. Die oefening hoopt hij nu over te doen voor de ondernemingen in WestVlaanderen.
  • Is een fervent loper en skiër en heeft een passie voor Italië en de Italiaanse keuken.

Tags:

Gerelateerde posts

Zoekopdracht

Dewaele zoekt voor jou

Een ruim bedrijfspand, een villa in 't groen of een appartement aan zee. Laat ons weten wat je precies zoekt en ontvang als eerste het meest recente (en discrete) aanbod in je mailbox. En dit nog voor het op de vastgoedwebsites wordt gepubliceerd!

Zoekopdracht bewaren Bekijk het aanbod

Wij maken gebruik van cookies om jouw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij tracking- en advertentiecookies te gebruiken om jouw websitebezoek persoonlijker te maken. Ben je benieuwd naar deze gepersonaliseerde advertenties? Klik dan op “Akkoord”(met ons privacybeleid). Lees meer

Je browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.