In een appartementsgebouw zijn er kosten die alle mede-eigenaars samen moeten dragen. Maar hoe worden deze kosten verdeeld? Wie betaalt wat? In dit artikel lichten we toe hoe de verdeling van de lasten in een mede-eigendom wettelijk is geregeld en welke criteria hiervoor worden gebruikt.
De verdeling van de gemeenschappelijke lasten in een appartementsgebouw moet altijd expliciet worden vastgelegd in het reglement van mede-eigendom. Dit is een verplicht onderdeel van de statuten van het gebouw. De wet voorziet twee hoofdcriteria voor deze verdeling: het waardecriterium en - indien overeengekomen - het nuttigheidscriterium.
Het waardecriterium is het uitgangspunt voor de verdeling van de lasten. Dit principe houdt in dat de lastenverdeling moet gebeuren naar evenredigheid met de waarde van de privatieve delen (die wordt uitgedrukt in aandelen of quotiteiten), m.a.w.: hoe groter het aandeel van een mede-eigenaar in de totale waarde van het gebouw, hoe groter zijn aandeel in het gebouw en hoe hoger zijn bijdrage in de gemeenschappelijke kosten.
De rechten en plichten van de mede-eigenaar - zoals het stemrecht op de algemene vergadering en de bijdrage in de uitgaven - zijn dus afhankelijk hiervan.
Dit criterium wordt toegepast op kosten zoals onderhoud en vernieuwing van gemeenschappelijke delen (bijvoorbeeld daken en verlichting) en de kosten voor het behoud en beheer van de vereniging (bijvoorbeeld de kosten van de syndicus).
Het nuttigheidscriterium - ook wel “betaler beslist” genoemd - is een aanvullend criterium dat alleen van toepassing is als het in de statuten is overeengekomen. Dit criterium gaat uit van het principe dat de lasten evenredig verdeeld moeten worden volgens het objectieve nut dat de gemeenschappelijke delen en voorzieningen voor elke mede-eigenaar hebben.
Een duidelijk voorbeeld is het voorzien van een het nuttigheidscriterium m.b.t. de lift in een gebouw. Een eigenaar van een kavel op het gelijkvloers - die objectief gezien dus geen gebruik maakt van de lift - hoeft niet bij te dragen in de kosten voor deze lift. Een eigenaar van een appartement op de derde verdieping kan daarentegen niet ontsnappen aan de bijdrage in deze kosten - zelfs als hij de trap gebruikt - omdat de lift wel een objectief nut heeft voor zijn kavel. Het gaat dus niet om het feitelijke - subjectieve - gebruik, maar om het objectieve nut.
Niet onbelangrijk hierbij: in dat geval mogen enkel de eigenaars die volgens het betaler beslist-principe moeten bijdragen in de lasten (vb.: de kosten m.b.t. de lift) , deelnemen aan de stemming m.b.t. het topic (vb.: de lift) in kwestie.
De verdeelsleutel van de kosten is niet in steen gebeiteld. Een mede-eigenaar kan een voorstel tot wijziging van de verdeling indienen bij de algemene vergadering. Om deze wijziging te realiseren is evenwel een meerderheid van vier vijfde van de stemmen vereist en zal - indien ze wordt goedgekeurd - een statutenwijziging via de notaris moeten gebeuren.
Daarnaast kan elke mede-eigenaar aan de rechter vragen om de verdeling aan te passen als die hem een persoonlijk nadeel berokkent. Een wijziging kan ook worden gevraagd als de oorspronkelijke berekening van de verdeling onjuist was, of onjuist is geworden door wijzigingen aan het gebouw.
Een ruim bedrijfspand, een villa in 't groen of een appartement aan zee. Laat ons weten wat je precies zoekt en ontvang als eerste het meest recente (en discrete) aanbod in je mailbox. En dit nog voor het op de vastgoedwebsites wordt gepubliceerd!
Wij maken gebruik van cookies om jouw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij tracking- en advertentiecookies te gebruiken om jouw websitebezoek persoonlijker te maken. Ben je benieuwd naar deze gepersonaliseerde advertenties? Klik dan op “Akkoord”(met ons privacybeleid). Lees meer